
De Marollen is een speelparadijs voor kinderen, tot op een dag werkmannen de buurt aan het daveren brengen. De kinderen verklaren hen de oorlog. Een film over Brussel in de jaren ’50 in samenwerking met de inwoners zelf.

In de nauwe straatjes van de Marollen wemelt het van de kinderen. Hun toevluchtsoord, hun geheime plek en speelparadijs, is een braakliggend stuk grond met afval en enkele schamele struiken. Op zekere dag verschijnen er enkele mannen, met hoed of met werkmansbroek, die grote kaarten ontvouwen. De kinderen hebben een slecht voorgevoel... En inderdaad, binnen de kortste keren wordt het stuk grond afgebakend en belaagd door machines. Enkele aanpalende huizen worden gesloopt. De klophamer brengt de hele buurt aan het daveren en bakstenen muren worden opgetrokken. De kinderen, die de straat opgejaagd worden, zijn verbouwereerd. Hun verstomming slaat al snel om in revolte: ze stellen een leider aan, maken katapulten met de bretellen van hun ouders en verklaren de oorlog aan de ondernemers en de architecten...
Deze op zijn minst bizarre veldslag leidt ons binnen in het universum van de kinderen. De film vertolkt hun standpunt. Zo krijgen we zicht op hun mentaliteit, levensomstandigheden, reacties en hun relatie met de volwassenen. Van de jongste acteur (2,5 jaar) tot de oudste (14 jaar), allemaal improviseren ze hun rol met verve!
“Hij wou films maken terwijl hij zich onder de mensen bevond, op straat, en met de mensen van de straat. Het leven tonen “in een arme wijk die in niets verschilt van de andere arme wijken in de wereld.” In zijn kelder richt hij een labo in, en gedurende twee jaar kuiert hij door de straten van de Marollen (1954-1956). Zo verwerft hij de sympathie van de bewoners, en maakt hij kennis met een groep kinderen die zijn acteurs zouden worden.”
Cinema Nova
“Door de keuze voor de Marollen als ankerpunt en de bewoners als acteurs, maakte Jean Harlez “een film in een volksbuurt, die zich evengoed ergens anders kon situeren, Molenbeek, Anderlecht, Luik, de Borinage of Charleroi.” Het is geen zwaar op de hand liggende auteursfilm, noch een folkloristische schets van de Marollen. Het is een uitzonderlijk kleinood dat kinderfratsen vermengt met de bittere ervaring met de volwassenenwereld, met bovendien een enorme archiefwaarde... De rebelse opstandigheid van de jonge belhamels en de indrukwekkende beelden van een verloren stukje Brussel zal menigeen weten te bekoren!”
Cinema Nova

