Een winters en grijs Berlijn vormt de achtergrond voor deze wandeling en meditatie, de ontmoeting tussen een stad en een cineaste. Kijken naar deze harde, mooie film is als het lezen van een gedicht, als de overgang naar een wereld van beelden, gevoelens en overdenkingen. Annik Leroy, fotografe van opleiding, sluit zich hier aan bij de experimentele stroming, door Dominique Noguez gedefinieerd als het geheel van “films waarvoor de formele aspecten allesbepalend zijn”.
Gefilmd gedurende twee opeenvolgende winters, schetst deze film het portret van een stad die - haast metaforisch - in de greep wordt gehouden van de kou, de sneeuw, de leegte en de sloop, maar ook van de beweging: de omzwervingen van de cineaste, de voorbijgaande treinen en metro’s en de onophoudelijke opeenvolging van beelden van een verminkte omgeving, de focus op gevels, fabrieken of dichtgemetselde huizen gefilmd als personages, als stenen getuigen van de ondergang. Mensen zijn er nauwelijks, buiten het anonieme silhouet van de cineaste of de enkeling die toevallig in beeld komt, even ontrukt aan een leven vol droefenis.
Op de klankband staan, naast korte momenten waarin Leroy off-screen commentaar levert, ook fragmenten uit stukken van Mahler en Wagner, rumoer zoals we dat horen in stations, achtergrondgeluiden van de stad en soms de stemmen van personages die we nooit zullen zien doch die ons vertellen over de rampzalige Hitlertijd en het lijden van het Duitse volk, ten prooi aan een geschiedenis die het zowel tot beul als tot slachtoffer maakte. Maar er is ook hoop: de geluiden van kinderen komend van een speelplaats.
“Met deze film probeer ik terug te keren op mijn stappen, om mijn verhaal te reconstrueren, mijn reis door de ruïnes, buurten en straten van Berlijn. Ik filmde de dialoog die plaatsvond tussen de stad en mezelf en de zwerftochten in de oude buurten (Moabit, Kreuzberg, Wedding), plaatsen waar je nog de meeste sporen van het verleden, of wat ervan overblijft, kan terugvinden.”
Annik Leroy