Charles Dekeukeleire

Charles Dekeukeleire (1905-1971) was een Belgische filmregisseur. Samen met Henri Storck wordt hij beschouwd als een pionier van de Belgische cinema. Dekeukeleire is vooral bekend om zijn experimentele stille films. In zijn debuutfilm Combat de boxe (1927), een speels experiment met verschillende camera- en montagetechnieken, is reeds de invloed van de theorieën van de Franse avant-garde en het manifest van Dziga Vertov, die hij zeer bewonderde, merkbaar. Impatience (1929), Histoire de détective (1930) en Witte vlam (1930), zijn volgende experimentele speelfilms, presenteren een verdere verkenning van deze vraag naar de constructie van de filmische ‘realiteit’ door middel van verschillende deconstructies van het cameraoog. Zijn carrière omspant vier decennia waarin hij zowel documentaires als werken in opdracht maakte. Zijn film Het kwade oog (1937), naar een verhaal van Herman Teirlinck, was de eerste fictie speelfilm van België.

Dekeukeleires vermenging van een realistische benadering - de akkers en de oogsten van het Vlaamse land - met een zuiver formele studie, verwant aan zijn stille films, viel echter niet unaniem in de smaak bij het toenmalige publiek, voor wie het werk ofwel te obscuur ofwel niet voldoende vernieuwend was. Oorspronkelijk begonnen als filmcriticus, bleef Dekeukeleire gedurende zijn carrière als filmmaker ook schrijven over films. Hij publiceerde essayistische teksten zoals L’émotion sociale (1942) en Le cinéma et la pensée (1947), waarin hij zijn filmtheorie tegen een bredere filosofische en maatschappelijke achtergrond plaatste.

Een landloper, rouwend om het verlies van zijn vrouw, ontketent vreemde gebeurtenissen in een Vlaamse dorpsgemeenschap. In zijn eerste langspeelfilm combineert Dekeukeleire rurale mystiek en avantgardistische cameratechnieken tot een unheimlich liefdesverhaal.

Een jonge man neemt deel aan een Vlaamsgezinde politieke demonstratie, waarna deze experimentele kortfilm leidt tot een gestileerde voorstelling van onderdrukking.

In dit op het eerste gezicht klassieke detectiveverhaal speelt geleidelijk aan het subjectieve cameraoog zelf de hoofdrol. Een speelse ode aan Dziga Vertov.

Dekeukeleire drijft de deconstructie van het cameraoog tot een uiterste in deze experimentele kortfilm die vier ‘personages’ bevat: de motorfiets, de vrouw, de bergen en abstracte blokken.

Een ritmisch filmgedicht waarvoor Dekeukeleire experimenteerde met verschillende montagetechnieken. Het contrast tussen de beroepsboksers en het amateuristisch geconstrueerd decor vormt de setting van een verrassend vormexperiment.

Subscribe to Charles Dekeukeleire