Na 44 jaar keert filmregisseur Boris Lehman terug naar Lausanne, waar hij aan het einde van de oorlog op 3 maart 1944 werd geboren. Hij woonde er maar een jaar. Zijn ouders waren joden die hun toevlucht hadden gezocht in België toen de nazi's de macht grepen in Polen. Ze waren gedwongen België te ontvluchten tijdens de Duitse bezetting en hadden het neutrale Zwitserland bereikt na een clandestiene reis door Frankrijk. Boris Lehman herinnert zich niets van dit alles: zijn ouders zijn dood, alle getuigen zijn verdwenen. Gewapend met slechts een paar documenten en foto's gevonden in een kartonnen doos, dwaalt hij door Lausanne, hier en daar zoekend naar enkele tekenen die zijn aanwezigheid, zijn vroege leven zouden oproepen, en verzamelt als het ware het bewijs van zijn bestaan. Maar de stad blijft stil en veraf. Ontmoetingen roepen verhalen op, die Boris dwingen zich te verhouden tot het onderwerp van zijn geboorte, onlosmakelijk verbonden met het meer waarvan de Franse naam Léman zo veel op de zijne lijkt.
“Als ik niet film, dan zie ik niets, onthoud ik niets, bomen noch gezichten. Als ik ze film, kan ik ze vergeten. Mijn film is mijn geheugen, een catalogus van feiten en gebaren, een (zeer onvolledige) inventaris van mijn leven.”
Boris Lehman
“Mijn films zijn als fabels, met de realiteit als decor. Ze ontlenen hun eenvoudige vorm aan het intieme dagboek en ze zijn autobiografisch, aangezien ze erg vaak spreken over een zoektocht naar identiteit en een onderzoek naar afstamming en ik er erg vaak in opduik als onderwerp en als personage.”
Boris Lehman
“Mijn cinema is een uitdrukking van het verlangen om anderen te zien, te benaderen, te leren kennen. De handeling van het filmen betekent niet hetzelfde als een film maken, beroemd worden en veel geld verdienen. Het is niet eens een uitdrukking van jezelf of van gevoelens en ideeën, gewoon een daad van liefde: het is de liefde bedrijven.”
Boris Lehman