Seagulls Die in the Harbour (Rik Kuypers, Ivo Michiels, Roland Verhavert, 1955)
Meeuwen sterven in de haven
,
Seagulls Die in the Harbour (Rik Kuypers, Ivo Michiels, Roland Verhavert, 1955)
Festival de Cannes
Language
Taal
Langue
Nederlands
Subtitles
Ondertitels
Sous-titres
Engels, Frans, Nederlands
Available
Beschikbaar
Disponible
Wereldwijd
Duration
Duur
Durée
94'
Aspect Ratio
Beeldverhouding
Format d'image
1.33

Meeuwen sterven in de haven was de eerste Belgische film die in de officiële competitie van het filmfestival van Cannes werd opgenomen.

Deze pessimistische grootstadskreet, muzikaal ondersteund door de score van Jack Sels en Max Damasse, tekent in sterk expressionistisch belichte zwart-witbeelden de dooltocht van een getormenteerde man (Julien Schoenaerts) in de kosmopolitische havenstad Antwerpen. Alleen bij een weeskind en twee gedesillusioneerde vrouwen kan hij rekenen op begrip. Schatplichtig aan het poëtisch realisme van de vooroorlogse Franse cinema, straalt dit samenspel van broeierig drama en thriller een eigen expressieve kracht uit. Het intelligente gebruik van symbolen komt tot uiting in de beelden van de desolate industrieterreinen, verlaten dokken, groezelige arme buurten en onpersoonlijke, grote, moderne gebouwen.

“Wat ik er persoonlijk fantastisch aan vind, nog altijd, is dat er zo weinig tekst is. Alles wordt gezegd met beelden, met mimiek. En het is ook een historisch tijdsdocument. Het toont een versie van Antwerpen die intussen allang niet meer bestaat. De gebouwen, de haven, de straten alles is veranderd. Dankzij Meeuwen sterven in de haven kan de kijker nog even terug naar de tijd die weg is. Op de persvoorstelling zij Fred: ‘Antwerpen is een schone actrice.’ Toen begreep ik het niet. Nu besef ik dat hij gelijk had. De stad was de mooiste actrice.”

Tine Balder (actrice)

“Het was de eerste Belgische film die vergeleken werd met buitenlandse titels. Dat was nog nooit gebeurd. In de films die tot dan toe waren gemaakt, speelden er telkens goede acteurs mee, maar het waren geen filmacteurs. Ze speelden theater voor de camera. Film vraagt een andere aanpak, het is een compleet ander verhaal. In Meeuwen sterven in de haven werd die voor het eerst ontwikkeld.”

Tine Balder (actrice)

Awards
Awards
Awards
→ Grand Prix, Nationaal Filmfestival Antwerpen (1956)
Festival Selections
Festival selecties
Sélections festivals
→ Festival de Cannes, Frankrijk (1956)
→ Nationaal Filmfestival Antwerpen, België (1956)
→ Rencontres internationales du jeune cinéma, België (1982)
→ Rotterdam Internationaal Filmfestival, Nederland (1992)
→ Brussel Internationaal Filmfestival, België (1995)
Language
Taal
Langue
Nederlands
Subtitles
Ondertitels
Sous-titres
Engels, Frans, Nederlands
Available
Beschikbaar
Disponible
Wereldwijd
Duration
Duur
Durée
94'
Aspect Ratio
Beeldverhouding
Format d'image
1.33
A Film by
Een film van
Un film de
With
Met
Avec
Julien Schoenaerts, Tine Balder, Piet Frison, Dora Van der Groen, Tone Brulin, Gigi, Gisèle Peeters, Paul'S Jongers, Miriam Verbeeck, Alice De Graef, Robert Kaesen, Panchita Van de Perre, Jenny Deheyder, Albert Van der Sanden, Genevieve Wayenbergh, Marcel Philippe, Désiré Kaesen, Eric Peter
Script
Scenario
Scénario
Rik Kuypers, Ivo Michiels, Roland Verhavert
Image
Beeld
Image
Bob Sentroul, I. Mertens
Sound
Geluid
Son
André Notte
Producer
Producent
Producteur
Bruno De Winter
Music
Muziek
Musique
A. Casarès, Max Damasse , Jack Sels, Jos Van der Smissen
Production
Productie
Production
Metropool Films

Meeuwen sterven in de haven

Een Vlaams filmmeesterwerk

Introductietekst door Wouter Hessels
 

In het België en Vlaanderen van na de Tweede Wereldoorlog was er nauwelijks een eigen filmindustrie. De filmzalen in de Vlaamse steden werden overrompeld door Amerikaanse films. Vlamingen waren grote bioscoopgangers en hielden zielsveel van Hollywood. In 1952 stimuleerde een economische steunmaatregel de productie van Belgische films. Het zorgde tussen 1953 en 1955  voor de realisatie van een twaalftal speelfilms. Negen van die twaalf films waren Antwerpse komedies zoals Het Schipperskwartier (1953) van Edith Kiel en Jan Vanderheyden met de lokale bekendheden Co Flower en Charles Janssens. Deze clichématige kluchten, gespeeld in het Antwerps dialect, in geen tijd en met zeer bescheiden middelen gedraaid, bepaalden de Vlaamse filmproductie gedurende de  jaren vijftig. 

Filmjournalist en presentator van PremièreRoland Verhavert (1927-2014), schrijver en kunstcriticus Ivo Michiels (1923-2012) en experimenteel smallfilmer Rik Kuypers (1925-2019) wilden de inhoudelijke en vormelijke kwaliteit van de Vlaamse film opkrikken en werkten samen aan een film over een zonderlinge zwerver die op de vlucht is voor zijn eigen noodlottige verleden. Het trio had internationale films zoals Odd Man Out (1947), The Third Man (1949) en Jeux interdits (1952) in het achterhoofd. Zowel de Sovjet-Russische montageschool, het Franse poëtisch-realisme, het Italiaanse neorealisme als de Amerikaanse film noir waren voor Verhavert, Michiels en Kuypers de filmische referenties bij uitstek. Met de steun van de cinefiele hoofdredacteur van ’t Pallieterke Bruno de Winter en tal van Antwerpse zakenlui werd een kosmopolitische film gedraaid in het industriële, toeristische, architecturale en kunsthistorische hart van de sinjorenstad. De hoofdrol van de vervreemde antiheld werd belichaamd door de Vlaamse Marlon Brando, Julien Schoenaerts, dé jeune premier van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg in Antwerpen. Hij krijgt in de film mooi tegenspel van Dora van der Groen, Tine Balder, Tone Brulin en de kindactrice Gigi. 

De charismatische Schoenaerts doolt als de verloren en getormenteerde ‘Prince’ in het atmosferisch krachtig gefotografeerde Antwerpen. Enerzijds existentialistisch, zwart-wit met diepe en lange schaduwen. Anderzijds helder, modernistisch met de architectuur van Renaat Braem op de achtergrond. De geslaagde visuele sfeer, de gelaagde beeldtextuur en het straffe acteerwerk worden extra kracht bijgezet door de verrukkelijke jazzscore van de Antwerpse muzikant Jack Sels. In die zin is Meeuwen sterven in de haven een heerlijke prelude op Ascenseur pour l’échafaud (1958) van Louis Malle of À bout de souffle (1960) van Jean-Luc Godard.  

Meeuwen sterven in de haven is een Vlaams meesterwerk, weliswaar met een aantal gebreken. De dialogen zijn soms stroef en de plotwendingen zijn niet altijd even geloofwaardig. De film  kreeg positieve kritiek van de Belgische filmpers en werd als eerste Vlaamse film ooit geselecteerd voor het filmfestival van Cannes in 1956.  De gerenommeerde Franse filmhistoricus en filmjournalist Georges Sadoul schreef genuanceerd lovend over de film. Dankzij diens communistische sympathieën kwam Meeuwen sterven in de haven in Sovjet-Rusland uit op ongeveer 1000 kopijen. Het Russische publiek kreeg zowaar een gedubde Schoenaerts te horen. 

Ivo Michiels, Roland Verhavert en Julien Schoenaerts vonden elkaar terug als respectievelijk schrijver, regisseur en acteur in Het afscheid (1966), een symbolistisch psychologisch drama waarin de existentiële angst, eenzaamheid en leegte van Meeuwen sterven in de haven verder worden uitgepuurd. Zowel Verhavert als Michiels werd benoemd als docent aan de in 1962 opgerichte film- en theaterschool RITCS. Rik Kuypers realiseerde nog enkele speelfilms (het experimentele De obool (1966), het onafgewerkte Adieu Filippi (1968) en de biopic Lieven Gevaert, eerste arbeider (1968)) vooraleer hij naar Peru verhuisde en daar overleed. Ivo Michiels werkte nog samen met André Delvaux aan diens Met Dieric Bouts (1975) – een van de mooiste Belgische kunstfilms ooit – en Een vrouw tussen hond en wolf (1979). Roland Verhavert regisseerde en produceerde in de jaren zeventig en tachtig vooral Vlaamse heimatfilms zoals De loteling (1974), Pallieter (1975) en Boerenpsalm (1989), die vormelijk veel minder inspirerend zijn dan Meeuwen sterven in de haven.

 

Wouter Hessels

Docent filmgeschiedenis RITCS
Docent filmanalyse INSAS
Filmcurator Kasteel van Gaasbeek

Meeuwen sterven in de haven

Een Vlaams filmmeesterwerk

Introductietekst door Wouter Hessels
 

In het België en Vlaanderen van na de Tweede Wereldoorlog was er nauwelijks een eigen filmindustrie. De filmzalen in de Vlaamse steden werden overrompeld door Amerikaanse films. Vlamingen waren grote bioscoopgangers en hielden zielsveel van Hollywood. In 1952 stimuleerde een economische steunmaatregel de productie van Belgische films. Het zorgde tussen 1953 en 1955  voor de realisatie van een twaalftal speelfilms. Negen van die twaalf films waren Antwerpse komedies zoals Het Schipperskwartier (1953) van Edith Kiel en Jan Vanderheyden met de lokale bekendheden Co Flower en Charles Janssens. Deze clichématige kluchten, gespeeld in het Antwerps dialect, in geen tijd en met zeer bescheiden middelen gedraaid, bepaalden de Vlaamse filmproductie gedurende de  jaren vijftig. 

Filmjournalist en presentator van PremièreRoland Verhavert (1927-2014), schrijver en kunstcriticus Ivo Michiels (1923-2012) en experimenteel smallfilmer Rik Kuypers (1925-2019) wilden de inhoudelijke en vormelijke kwaliteit van de Vlaamse film opkrikken en werkten samen aan een film over een zonderlinge zwerver die op de vlucht is voor zijn eigen noodlottige verleden. Het trio had internationale films zoals Odd Man Out (1947), The Third Man (1949) en Jeux interdits (1952) in het achterhoofd. Zowel de Sovjet-Russische montageschool, het Franse poëtisch-realisme, het Italiaanse neorealisme als de Amerikaanse film noir waren voor Verhavert, Michiels en Kuypers de filmische referenties bij uitstek. Met de steun van de cinefiele hoofdredacteur van ’t Pallieterke Bruno de Winter en tal van Antwerpse zakenlui werd een kosmopolitische film gedraaid in het industriële, toeristische, architecturale en kunsthistorische hart van de sinjorenstad. De hoofdrol van de vervreemde antiheld werd belichaamd door de Vlaamse Marlon Brando, Julien Schoenaerts, dé jeune premier van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg in Antwerpen. Hij krijgt in de film mooi tegenspel van Dora van der Groen, Tine Balder, Tone Brulin en de kindactrice Gigi. 

De charismatische Schoenaerts doolt als de verloren en getormenteerde ‘Prince’ in het atmosferisch krachtig gefotografeerde Antwerpen. Enerzijds existentialistisch, zwart-wit met diepe en lange schaduwen. Anderzijds helder, modernistisch met de architectuur van Renaat Braem op de achtergrond. De geslaagde visuele sfeer, de gelaagde beeldtextuur en het straffe acteerwerk worden extra kracht bijgezet door de verrukkelijke jazzscore van de Antwerpse muzikant Jack Sels. In die zin is Meeuwen sterven in de haven een heerlijke prelude op Ascenseur pour l’échafaud (1958) van Louis Malle of À bout de souffle (1960) van Jean-Luc Godard.  

Meeuwen sterven in de haven is een Vlaams meesterwerk, weliswaar met een aantal gebreken. De dialogen zijn soms stroef en de plotwendingen zijn niet altijd even geloofwaardig. De film  kreeg positieve kritiek van de Belgische filmpers en werd als eerste Vlaamse film ooit geselecteerd voor het filmfestival van Cannes in 1956.  De gerenommeerde Franse filmhistoricus en filmjournalist Georges Sadoul schreef genuanceerd lovend over de film. Dankzij diens communistische sympathieën kwam Meeuwen sterven in de haven in Sovjet-Rusland uit op ongeveer 1000 kopijen. Het Russische publiek kreeg zowaar een gedubde Schoenaerts te horen. 

Ivo Michiels, Roland Verhavert en Julien Schoenaerts vonden elkaar terug als respectievelijk schrijver, regisseur en acteur in Het afscheid (1966), een symbolistisch psychologisch drama waarin de existentiële angst, eenzaamheid en leegte van Meeuwen sterven in de haven verder worden uitgepuurd. Zowel Verhavert als Michiels werd benoemd als docent aan de in 1962 opgerichte film- en theaterschool RITCS. Rik Kuypers realiseerde nog enkele speelfilms (het experimentele De obool (1966), het onafgewerkte Adieu Filippi (1968) en de biopic Lieven Gevaert, eerste arbeider (1968)) vooraleer hij naar Peru verhuisde en daar overleed. Ivo Michiels werkte nog samen met André Delvaux aan diens Met Dieric Bouts (1975) – een van de mooiste Belgische kunstfilms ooit – en Een vrouw tussen hond en wolf (1979). Roland Verhavert regisseerde en produceerde in de jaren zeventig en tachtig vooral Vlaamse heimatfilms zoals De loteling (1974), Pallieter (1975) en Boerenpsalm (1989), die vormelijk veel minder inspirerend zijn dan Meeuwen sterven in de haven.

 

Wouter Hessels

Docent filmgeschiedenis RITCS
Docent filmanalyse INSAS
Filmcurator Kasteel van Gaasbeek